Ik begrijp die kunstenaars niet, die het klaarblijkelijk niet interessant genoeg vinden om af en toe bij hun geëxposeerde werk aanwezig te zijn. Wat een plezier, maar ook bakken inspiratie, leverden de gesprekken van de afgelopen dagen mij namelijk weer op!

Luchtfoto AmelandOp de fiets

Zoals jullie wellicht weten is een deel van mijn werk de hele maand november te zien tijdens Kunstmaand Ameland. En het hoort bij mijn uitgangspunten om, als het maar enigszins mogelijk is, dan ook een paar dagen bij mijn werk aanwezig te zijn. Bij aankomst op het eiland, woensdag 6 november, was het ff stevig aanpoten: grote rugzak op de rug (nog uit m’n Interrail-tijdperk), zijtassen volgestouwd en met straffe tegenwind op de fiets naar m’n ‘plekkie’ in Hollum waar ik vier dagen (op kosten van de Kunstmaand: Oooh Zaligheid!) mocht verblijven. Onderweg even langs het hoofdkantoor in Nes. Een dag eerder ontdekte ik namelijk dat ik maar voor twee van mijn vier dagen was ingeroosterd om te suppoosten. Zo kon ik de andere twee dagen ‘zelf lekker de Kunstroute doen’.

“Maar ik wil helemaal niet zelf lekker de route doen! Ik wil bij mijn werk zijn, dat hoef ik toch niet uit te leggen?”

Nou goed, dat bleek natuurlijk helemaal geen probleem. Het gaf zelfs een prettige verlichting aan de lange lijst met vrijwilligers.

Het bezoek

Eilandbewoners, toeristen, collega-kunstenaars, hondjes, fanatieke Kunstmaand-bezoekers, kinderen, toevallige passanten en in mijn geval ook trouwe kerkbezoekers, alles komt voorbij. Wat ik leer door de gesprekken over mijn werk is dat de beschouwing van kunst misschien wel net zoveel zegt over de beschouwer als over het kunstwerk of de maker ervan. Tegenwoordig verwoord ik het als volgt: als kunstenaar start ik vanuit het Idee, dat vervolgens terecht komt op het doek. Dit gebeurt in meerdere of mindere mate in directe lijn. De verf, de materie heeft altijd een fikse stem in het wordingsproces. Dit fysieke, materiële deel eist z’n eigen rechten op. Tijdens het creëren beslist het schilderij mee. Maar daarna is de derde partij aan de beurt, de toeschouwer. Deze betrokkene die –gevuld met eigen associaties, eigenschappen, werkelijkheden- zijn blik richt op het werk verrijkt dit werk door er kortstondig zijn Leven aan te verbinden. Nieuwe ideeën ontstaan, het werk leeft zelf. In mijn beleving zijn het deze drie dimensies die het geheel vormen, kunstenaar, kunstwerk en kunstschouwer. Verwijder er één en het gebeuren loopt mank.

Praten over schilderijenDe ontmoeting

In de Ontmoeting gebeurt van alles (tjonge, ik lijk wel een dominee maar het is werkelijk zo!). Wanneer een mens zich er toe kan bewegen om een bepaalde mate van transparantie te bieden, openheid naar het werk, is dat duidelijk wat ik zie gebeuren.
Ik hoorde met regelmaat van een bezoeker: “Het is geen werk dat je snel ff opneemt. Als ik de tijd neem besef dat ik het over zoveel gaat, blijkt het vol diepte te zitten.”
Een enigszins verwilderde eiland-bewoner en collega-kunstenaar van hoge leeftijd begon een gesprek met: “U balanceert wel op het randje van de psychiatrie hè?” “Huh, ik?” (is het zó duidelijk?) “Nee sorry, uw werk.” “Oh….ja, ik begrijp wat u bedoelt. Dat spanningsveld zoek ik geregeld bewust op.”
En een inwoner van Friesland sprak met extra lange klinkers: “Er zit van aalles in heeé.”
Een vrouwelijke dominee die dezelfde middag een rouwdienst moest voorbereiden: “Oh, voor mijn werk heb ik soms zo’n behoefte aan dit soort beelden, omdat woorden vaak zo tekort schieten”
Ongeveer de helft van de bezoekers: “U heeft wel wat met water hè?”
En een enkeling: “Ik ervaar zo’n rijke filosofie in je werk.”
Oh ja, de kinderen, die vonden het natuurlijk geweldig om tijdens de zondagdienst te struinen langs de titelkaartjes en zo te achterhalen wat het werk wel niet moet kosten: “Wauw, deze dan, die kost wel zóvéél euro!!”
En een van de laatste bezoekers tijdens mijn laatste middag (eindelijk eens wat jonger dan de middelbare leeftijd ;-) kwam me na het bezoek met betraande ogen een hand geven: “Wow….wauw…..wat mooi… prachtig……en u heeft het gemaakt? ..…. dank je wel......”
En vele van deze eerste aanzetten werden opgepakt in soms heel diepgaande gesprekken: dat is toch waar je het voor doet!?

Oh ja, of ik nog werk verkocht heb? Ik zou het haast vergeten…… nee, helaas deze keer geen verkoop. Maar weet je?
Een kinderhand is gauw gevuld!


Mijn werk is tot en met 1 december te zien in de NH kerk te Hollum. En van vrijdag 29 november tot en met zondag 1 december ben ik zelf weer ‘de suppoost’.